PASEN

Jezus is verrezen

(Lc. 24, 1-12; Mc. 16, 1-8)

Het was de eerste dag van de week. Een paar vrouwen trokken naar het graf van Jezus. Toen ze daar aankwamen, zagen ze dat de steen was weggerold. Binnen vonden ze het lichaam van Jezus niet.

Hierdoor raakten ze van streek. Plots zagen ze een engel van God die zei:

“Zoek Jezus toch niet bij de doden! Hij leeft! Jullie zullen Hem zien!”

De vrouwen gingen terug om het aan de vriende vanJezus te vertellen. Petrus stond meteen op en rende naar het graf. Hij bukte zich om te kijken, maar hij zag alleen de linnen doeken liggen. Daarop ging hij terug, vol verwondering over wat er gebeurd was.