Het systeem in het onderwijs is zo, dat er op 01/02 van het kalenderjaar geteld wordt, om het lespakket van het daaropvolgende schooljaar te bepalen. Verlies je leerlingen, dan is er een jaar waarin je kleinere klassen kunt hebben, groeit de school, dan ben je een periode onderbemand. 

De voorbije jaren was dit het geval in de kleuterschool. Nu is de toestand gestabiliseerd. In de lagere school is dit nog steeds het geval, met een piek dit jaar, want er zijn 19 nieuwe kinderen bij. Gelukkig wordt er herteld op 01/10, maar dan enkel voor de zogenaamde reguliere uren (niet voor de zorg-, SES- of godsdiensturen).

Vorig jaar overwoog ik om drie graadsklassen te ma-ken in de derde graad, in plaats van 2 vijfdes en 2 zesdes. Reden was vooral het feit dat ik voor 4 klassen een extra leerkracht en dus extra uren nodig heb. Met de hertelling is het dan ook belangrijk om voldoende leerlingen ingeschreven te hebben, zoniet moet ik deze betalen uit het werkingsbudget. Op dat laatste zit echter maar weinig rek, gezien het cashflowprobleem waarmee de school kampt na het bouwproject.

Voldoende leerlingen, dat betekent als er plaatsen zijn (tot 20 kleuters in de kleuterschool, tot 18 leerlingen in de lagere school) de klassen aangevuld worden met op de wachtlijst. Ook dit jaar zijn er wel wat leerlingen van school veranderd, wat een carrousel met zich meebrengt. Het vervelende is dat dat natuurlijk niet direct op de eerste schooldag gebeurt, maar enkele dagen later, met allerlei praktische verschuivingen tot gevolg.