Vrijdag mocht Jos een mail ontvangen van de Warmste Week, waarin het bedrag bekend werd gemaakt waarop we mogen rekenen voor ons project ‘Oefenkansen Nederlands’.
Letterlijk: ‘Ik heb het genoegen u mee te delen dat de jury beslist heeft uw project 'Oefenkansen Nederlands voor anderstalige moeders' te selecteren en een financiële steun toe te kennen van € 1400 voor de realisatie ervan.’

Eerlijk? Dat kwam even binnen. Wanneer je de pot van de warmste week bekijkt, is dit bedrag slechts een fractie (meer bepaald 0,044% van de 3,2 miljoen euro). Toch wel teleurstellend te noemen, want we hoopten op meer.

Toch wil ik ook enkele nuances leggen.
Het is namelijk belangrijk te weten dat je op het aanvraagformulier een minimumbedrag en een maximumbedrag moest invullen. Het minimumbedrag hebben we toegekend gekregen. Voor de organisatoren is daarmee hun belofte dat ‘alle projecten gerealiseerd kunnen worden’ waar, althans toch voor het onze.
Bij het indienen van de aanvraag waren we modest en realistisch, dat weerspiegelt nu in het resultaat. Was het anders geweest, indien we meer hadden gevraagd? Mogelijk, maar daarom niet ten goede: hadden we doorgevraagd, kon het zijn dat ons project niet weerhouden zou worden.

Ook: € 1400 is niet zo veel geld, maar is ook niet ‘weinig geld’. Je kan er niemand mee bezoldigen, maar je kan een initiatief er wel mee boosten. Voor de aanvraag hadden we niets, nu hebben we dat bedrag. Alleen gewonnen dus.

Daarenboven denk ik aan de publiciteit die de warmste week voor ons project heeft meegebracht. Voor het initiatief, maar ook voor onze school. Dat is altijd goed meegenomen en valt niet uit te drukken in centen. (Tenzij je gesponsorde posts wilt lanceren op bijvoorbeeld Facebook, natuurlijk.)

Finaal vind ik dat dit initiatief ‘Oefenkansen Nederlands’ niet projectgewijs, maar structureel ondersteund zou moeten worden. De stad Mechelen was en is bij monde van de burgemeester duidelijk: het is onbetaalbaar om dit voor alle scholen te voorzien. Via vrijwilligers worden zulke projecten geacht te verzelfstandigen.
Ergens kan ik dit begrijpen, doch wordt daarmee een waardevol initiatief (een gemotiveerde groep van 20 anderstalige mama’s die betrokken willen worden op en participeren in onze maatschappij) afhankelijk van enkelingen en personen.

Ik durf dan ook voorstellen om opnieuw met dit initiatief vergezeld van de warmste-week-geloofsbrief te stappen naar overheden en organisaties (zoals LIGO, voormalig centrum voor basiseducatie) om hier langdurige ondersteuning voor te verkrijgen. Want dat verdient het.