Met de verschillende inspirerende workshops en lezingen van de afgelopen dagen, heb ik wel wat inspiratie op gedaan om deze rubriek te vullen. 

Er is echter een thema dat de afgelopen week de agenda op school overheerste: de wijze waarop kinderen van onze school met elkaar omgaan, is niet ok. Vooral op de speelplaats, maar ook op onbewaakte momenten of online gebeuren er zaken die niet door de beugel kunnen. En dat is dan misschien nog licht uitgedrukt: je kan je afvragen of bepaalde incidenten nog normaal zijn. 

De opeenvolging van verschillende problematieken zet de school- en klaswerking onder druk. We ondergaan als leerkrachten de omstandigheden, worden door ouders verantwoordelijke gesteld, leven mee met de slachtoffers. En we voelen ons machteloos, want ondanks de inspanningen lijkt het tij - voorlopig althans - niet te keren. 

Het is dan niet onlogisch dat we ons geduld verliezen en uit onze sloffen schieten. Eens goed zeggen waar het op staat! Genoeg is genoeg! Want zeg nu eerlijk: sinds we met KiVa werken en het ‘herstelgericht werken’ zijn gestart, is het er niet echt op verbeterd. De schop op met heel die santenboetiek dan maar? 

Ik heb die laatste stem nog niet rechtstreeks gehoord, maar vermoed wel dat sommigen onder ons die gedachte al eens door hun hoofd hebben voelen schieten. En ik beken: als ik dit alles zie gebeuren, vraag ik me soms ook af of we wel op het juiste spoor zitten. Twijfel maakt zich meester van mezelf. 

Die gedachte druk ik echter de kop in. Geweld valt nu eenmaal niet met geweld te bestrijden. Het heeft geen zin met grote verklaringen te zwaaien. Nultolerantie! Een harde aanpak! Strenge straffen! Hiermee worden de oorzaken niet opgelost, enkel symptomen bestreden. 

Laat ons dus het hoofd koel houden en ons niet laten provoceren door gewelddadige leerlingen of verbaal agressieve ouders. We mogen ons niet laten verleiden tot een strijd, maar moeten in dialoog blijven treden. Een eerste stap in deze dialoog is het begrenzen. Wat er nu gebeurt aanvaarden wij als school, als leerkrachtenteam, niet.  Punt. Wij verzetten ons - geweldloos - tegen elke vorm van pesterijen, van agressie, van moedwillig stuk maken van materialen, van… Wat de individuele incidenten betreft, moeten we in gesprek blijven gaan met de daders en de slachtoffers, hen op hun verantwoor-delijkheid wijzen, de impact van hun daden op de anderen duidelijk maken. Daarnaast zullen er ook consequenties volgen (en ja, dat kunnen straffen zijn) voor kinderen die al dan niet moedwillig grensoverschrijdend gedrag stellen. 

Ik wil eindigen met een beeld, dat in soortgelijke omstandigheden vaak gebruikt wordt (Haim Omer - geweldloos verzet). Er is een storm op zee, en de bootjes (sommige van onze leerlingen) zijn stuurloos geraakt. Wij als leerkrachten moeten de vuurtorens zijn: standvastig en gedoseerd sturen we licht uit om hen de juiste richting te tonen. Ik als directie zal hierin de leiding en het voortouw nemen.